De nieuwste van John Irving heb ik nog net niet in een adem uitgelezen, daarvoor is hij te dik. Wel heb ik weer enorm genoten van dit boek. De resencies waren al goed dus vol verwachting ben ik er aan begonnen.
mijn favorieten van Irving zijn: "de Vierde hand" en "de Regels van het ciderhuis". Ook "Bidden wij voor Owen Meany"is een topper. Dit boek past prima in deze rij. Een onvoorspelbaar plot en zoals gebruikelijk weer een stel vreemde personages zorgen voor de nodige verrassing. Het feit dat het boek bijna een mensenleven beschrijft roept een zekere weemoedigheid op. Natuurlijk ontbreken bij Irving de seksuele uitspattingen van de personages niet, maar vind ik dit keer veel minder prominent en beter in het verhaal passend.
Het verhaal beschrijft het leven van een kok in een houthakkerskamp die met zijn zoon van 12 jaar oud moet vluchten, omdat de zoon per ongeluk de geliefde van de vader doodt. De vriendschap met de houthakker Ketchum is de rode draad door het boek. De kok probeert in Canada een nieuw leven op te bouwen met de zoon. De laatste wordt uiteindelijk schrijver. Beide mannen leiden hebben verschillende relaties, maar geen blijvende.
vrijdag 14 mei 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten